Tartuffe

Rerum Novarum

Het verhaal

Sinds Orgon een zekere Tartuffe als geestelijk raadsman in huis heeft gehaald is het gezin in twee kampen verscheurd. Orgon en zijn moeder hebben een blind vertrouwen in Tartuffe. De rest van de familie wantrouwt zijn deugdzaamheid. Wanneer Orgon zo ver gaat om, in strijd met vroeger gedane beloften, zijn dochter aan Tartuffe uit te huwelijken in plaats van aan Valère van wie ze houdt, komt het conflict tot uitbarsting. Onder leiding van de vrijgevochten meid, Dorine, komt de familie in verzet, en bindt de strijd aan met de indringer en zijn tirannieke beschermheer... 
Met ongemene scherpzinnigheid en humor portretteert Molière hier menselijke gebreken en intermenselijke relaties die, driehondervijftig jaar later, nog niets aan relevantie en mensenkennis hebben ingeboet.

Praktische info

  • donderdag 17 mei 2012, 20 uur
  • vrijdag 18 mei 2012, 20 uur
  • zaterdag 19 mei 2012, 20 uur

De spelers

  • Mme Pernelle : Trees Veeckman
  • Orgon: Walter Arijs
  • Elmire: Veerle De Gussem
  • Tartuffe: Thomas De Winter
  • Dorine: Lut De Ridder
  • Marianne: Kim Elegeert
  • Cléante: Marc Van Damme
  • Damis: Robin Wettinck
  • Valère: Jasper Wouters
  • Mr Loyal: Eric Eeckhout
  • Officier: Hugo Fransaert

De auteur

Molière (geboren als Jean-Baptiste Poquelin) te Parijs op 15 januari 1622 en aldaar overleden op 17 februari 1673) was een Frans toneelschrijver enacteur die bekendheid verwierf met zijn satirische komedies. Zijn meest bekende werken zijn Don Juan, Tartuffe en L'Avare (De Vrek). Jean-Baptiste Poquelin was de zoon van een welgestelde behanger-stoffeerder. Hij bezocht het Parijse College de Clermont, waar hij kennis maakte met het werk van Epicurus en Pierre Gassendi. Hij studeerde rechten in Orléans. In 1643 stichtte hij, gedreven door een onweerstaanbare roeping, met de familie Béjart een toneelgezelschap l'Illustre Théâtre, en nam de naam Molière aan. Het gezelschap werkte zonder succes. Molière moest wegens schulden enige tijd in de gevangenis doorbrengen.
Hij verliet Parijs en reisde met zijn kameraden gedurende een twaalftal jaren door de provincie. Al spoedig begon hij zelf komedies te schrijven. Op 24 oktober 1658 trad hij voor het eerst op voor koning Lodewijk XIV en zijn hele hof in een zaal van het Louvre. De bijval was zo groot, dat Molière's gezelschap de naam Troupe de Monsieur mocht voeren en een zaal van het Petit-Bourbon tot zijn beschikking kreeg. In 1659 opende hij met Les précieuses ridicules een reeks van ongeveer dertig kluchten en blijspelen, die hem de gunst en bescherming van Lodewijk XIV bezorgden en hem bij het nageslacht beroemd maakten. In 1662 huwde hij met de 
zeventienjarige toneelspeelster Armande Béjart. In zijn komedies had Molière kritiek op edelen en geestelijken, die bevoorrecht leefden, op hun sleur, hun blinde aanbidding van gezag, hun minachting van ervaring en waarneming. Hij richtte zijn kritiek ook op medici, schijngeleerden en de overdreven bewonderaars van kunst en wetenschap. Lodewijk XIV kon hem wel waarderen en steunde het gezelschap van Molière. Hij gaf toestemming op te treden in zijn eigen Palais-Royal. Na de afbraak van het paleis 'Petit-Bourbon', wegens uitbreiding van de 
oostelijke vleugel van het Louvre, speelde het gezelschap vaker op de nieuwe locatie. Molière overleed op 51-jarige leeftijd na de vierde voorstelling van zijn laatste komedie, Le malade imaginaire, waarin hij zoals gewoonlijk de hoofdrol vertolkte. In dit toneelstuk werd de spot gedreven met ziek zijn. Een goed recept tegen ziekte was onverdunde wijn met een groot stuk rundvlees en Hollandse kaas. Tijdens de opvoering werd Molière plotseling onwel. Hij werd naar huis gebracht en vroeg om een stuk Parmezaanse kaas, het enige dat hij nog kon eten. Het mocht echter niet baten, 
Molière stierf nog diezelfde avond.

De regisseur

Achiel Van Malderen behaalde een Eerste Prijs voor Toneel aan het Koninklijk Muziekconservatorium van Gent, waar hij nadien dertig jaar lang toneel en bewegingsleer onderwees en talrijke eindexamens regisseerde. Daarnaast speelde en regisseerde hij zowat overal in Vlaanderen, zowel bij professionele gezelschappen als bij amateurkringen. Hij vertaalde en bewerkte stukken van o.a. Shakespeare, Molière, Pinter en Tsjechov... In Wetteren was hij toneelleraar van 1980 tot 2010 aan de Gemeentelijke Academie.